DNS – wat is dat? Je hebt er wellicht nog nooit van gehoord, maar er wel dagelijks tientallen keren gebruik van. DNS staat voor Domain Name System, en zorgt voor de vertaling van een domeinnaam (zoals google.nl) naar een IP-adres. In het geval van google.nl is het bijbehorende IP-adres 172.217.168.227.
DNS is handig, want zo hoeft je niet te onthouden dat je naar 172.217.168.227 moet gaan voor Google, maar kun je gewoon google.nl intypen. Je zou het kunnen zien als een telefoongids.
Waar wordt het voor gebruikt?
Voor vrijwel elke toepassing waar netwerk-verkeer voor nodig is, komt DNS kijken:
- E-mailen
- Surfen op het web
- Online spelletjes spelen
- Luisteren van muziek via Spotify
- TV kijken
- Gebruiken WiFi
- Online vergadering via Teams
En wellicht minder voor de hand liggend, maar ook:
- Synchroniseren van je klok
- Sommige babyfoons / videorecorders
- Alle iOT apparaten
Je kunt wel stellen dat zonder DNS internet niet zou bestaan in de huidige vorm.
Domeinnaam
DNS is gebaseerd op geregistreerde domeinnamen. Wereldwijd zijn er een aantal organisaties die domeinnamen mogen uitgeven – in Nederland is dat bijv. de SIDN. Zo’n domeinnaam is dus erg belangrijk – hier hangt voor bedrijven de online bereikbaarheid van af.
Hiërarchie
Het domeinnamen-systeem is hiërarchisch opgebouwd – zie hiervoor de onderstaande diagram. Het is verdeeld in 3 niveaus:
- 1e niveau: het zgn. Top Level Domein, ook wel extensie genoemd. Deze kan bestaan uit een landcode (zoals .nl en .be), maar er zijn inmiddels ook duizenden andere extensies (zoals .shop of .amsterdam). Elke extensie wordt beheerd door een domeinnaam autoriteit (registry), die de domeinnamen van deze extensie uitgeeft. Voor de .nl is dat de SIDN.
- 2e niveau: de domeinnaam. Iedereen kan een domeinnaam registreren – dit gebeurt meestal via een registrar.
- 3e niveau: de subdomeinen. Wanneer je een domeinnaam hebt geregistreerd, kun je daar via het DNS elk subdomein onder aanmaken.